Vrijdag 31 mei 2024
Mijn lied: Psalm 122 en lied 242 (Evangelische Liedbundel)
Iedereen heeft wel een lied waar je hart sneller van gaat kloppen. Een lied dat je doet denken aan een mooi moment. Een lied waar je de nabijheid van God voelde. Of een lied dat je aanzet als je in een moeilijke situatie zit. Het lijkt ons mooi om dat als gemeente met elkaar te delen zodat we elkaar kunnen inspireren. Daarom laten we elke week een gemeentelid aan het woord. Deze week: Truus van Ravenhorst
Een lied wat mij van jongs af aan dierbaar is, is Psalm 122.
Deze psalm vindt ik altijd iets feestelijks hebben.
Misschien mede door de melodie?
Samen met de vele pelgrims (in onze tijd zouden we ze christenen noemen) de verbondenheid met Jeruzalem voelen en samen bidden voor vrede en recht.
Maar ook uitzien naar het nieuwe Jeruzalem, die dan ècht een stad van Vrede zal zijn!
Jaren geleden woonde ik samen met een vriendin een tijdje in Israël. We zaten op een kibboets dicht bij Jeruzalem en dwaalden vaak door de oude stad. Met al z'n geuren en kleuren, z'n herrie, geschreeuw en overvolle smalle straatjes zag ik in gedachten Jezus bijna tussen al die mensen lopen.
Jeruzalem heeft voor mij altijd een hele bijzondere plek in mijn hart, lang niet volmaakt, dat komt eens als Jezus terugkomt!
Welk lied ik ook erg mooi vindt is Lied 242 uit de Evangelische Liedbundel.
Zo vriendelijk en veilig als het licht zoals een mantel om mij heen geslagen zo is mijn God.
Het spreekt mij aan omdat het de zorgzaamheid van God naar mij/ons weergeeft. (ook misschien omdat ik zo'n koukleum ben...)
Van een vervolgde christen hoorde ik eens dat hij in z'n ijskoude cel Gods nabijheid letterlijk als een warme deken om zich heen voelde.
Die afhankelijkheid heb ik bijzonder ervaren tijdens mijn reizen vroeger met bijbels brengen achter het IJzeren Gordijn.
Natuurlijk de grens maar vooral dat het contact met de christenen veilig zou verlopen.
De laatste 2 regels van couplet 3 doen mij weer speciaal aan hen denken:
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
De vervolgde christenen noemen de Bijbel het Levende Brood en zij zijn altijd erg ontroerd als zij horen dat er zoveel voor hen gebeden wordt.
Ik geef het stokje door aan Jeanet van den Akker.
Truus van Ravenhorst
Deel op
Deel op